Woorden
TIJDSOVERSCHRIJDERS
VRETERS EN SCHRANZERS
WIJ VULLEN ONZE MAGEN
MET NIKS ANDERS
DAN IN PLESTIK-VERPAKTE
PRE KOMPOST
ALLEN MET GEUR-
EN SMAAKSTOFFEN UITGEDOST
WE GEVEN ERVOOR DAN OOK GEEN CENT
ONDANKS MIJN EN DIJN,
DAT ZIJN WE GEWEND
NEMEN WE NAAR BEHOEVEN
SMULLEN NAAR BELIEVEN
NOEM ONS TIJDSOVERSCHRIJDERS,
NOEM ONS DIEVEN,
NOEM ONS VRETERS OF SCHRANZERS, SCHOOIERS OF BOEVEN,
NOEM ONS CRIMICLOWNS
OF VAGEBONDEN
WIJ DIE VRIJ EN ONGEBONDEN
GRAAIEN WAT ER TE GRAAIEN VALT,
REDDEN WAT ER TE REDDEN VALT
WIJ BEWEGEN
ALS VISSEN IN HET WATER
TUSSEN CONTAINERS
OF RESTBAKKEN IN DE HOEK
ONZE ACTIEFSTE TIJDSPANNE
TUSSEN NU EN LATER
IS
VANZELFSPREKEND
BIJ HET VERGAREN VAN DE KOEK
AARDNACHT
VANNACHT IS AARDNACHT
DE MAAN LAAT ZICH NIET ZIEN
VANNACHT IS AARDNACHT
NIETS OF NIEMAND ONTBREEKT
DE WERELD LIGT AAN ONZE VOETEN
WE HEBBEN HET ALLEMAAL:
de onmetelijke woede,
het onbeschrijflijke verdriet,
DE DADENDRANG,
de STERREN DIE SCHITTEREN
WIJ KOMEN
IN NEVEL gehuld
vannacht is aardnacht
en al wordt het nooit
zoals je hoopt
of had gedacht
als de ochtend gekomen is
zal niets meer hetzelfde zijn
leg je lompen af
verwarm je aan het vuur
hoor het laatste verhaal
van de verteller aan
vannacht is aardnacht
wees alert
smeed
wacht
DUS ZE HEEFT DE STAD VERLATEN,
MIJ ACHTERLATEND IN DE EENZAAMHEID, DE DREK
ZE WAS EEN WERELDBURGER,DAT ZAG IK METTEEN ,
EEN DIE ZICH NIET NESTELT MAAR EEN DIE ’T ER VAN NEEMT
IK WOU DAT IK ALS HAAR KON ZIJN
MAAR EIGENLIJK BEN IK HET NIET
IK BEN GEEN HEEL GOEDE ZWERVER
ZIJ HEEFT DE STAD VERLATEN
EN IK ZAL HAAR NIET MEER ZIEN
WE PRAATTEN NOOIT VEEL,
MAAR IK HIELD VAN DE MANIER
WAAROP ZE DEED
ZIJ NOEMDE MIJ EEN BINK MENEER
WE NAMEN NOOIT AFSCHEID,
ZEIDEN NOOIT SALUUT
IK DACHT
DAT IK HAAR IMMER VINDEN ZOU ACHTER DE BAR WAAR ZE STOND ,
DE MOND OPGEWEKT
OF DRUK IN DE WEER
VOOR HAAR ZAL IK NIET MEER ZIJN DAN DE JONGEN DIE SCHRIJFT IN DIT VERZONNEN BOEK
EEN FREAK IN EEN CARAVAN
EEN SCHADUW IN DE HOEK